Opname van migranten

 

Integratie klinkt simpel en er word de nieuwkomers vaak verweten dat ze niet hun best doen om te integreren. Het is echter een  gecompliceerder proces, om integratie plaats te laten vinden zullen zowel de nieuwkomers, als de autochtone bevolking moeite moeten doen. De minderheidsgroep, in dit geval de nieuwkomers zullen bereid moeten zijn om te participeren in de nieuwe samenleving, dit kunnen ze realiseren door de taal te leren, op zoek te gaan naar een baan en zich netjes te gedragen. Integreren wil niet zeggen dat ze hierbij hun eigen cultuur en taal moeten vergeten, maar ze moeten een evenwicht zien te vinden. Vanuit de meerderheidsgroep, de autochtonen al ook enige inspanning nodig zijn. Zo moeten ze de nieuwkomers de kans geven om te kunnen participeren in de samenleving door een open houding tegenover hun aan te nemen en ook moeten ze respect tonen voor het feit dat deze nieuwkomers ook een andere taal en cultuur hebben, waar ze belang aanhechten.

De Joden hebben veel moeite moeten doen om hun eigen plek in de bestaande samenleving te verwerven, maar dit is uiteindelijk goed gelukt. Ze werden in het begin erg tegengewerkt door de autochtone bevolking, maar door middel van kennis die zij meebrachten hebben ze zich goed kunnen aanpassen en een plek in de samenleving verworven. Dit hebben ze vooral voor elkaar gekregen doordat ze er zelf veel moeite voor hebben gedaan. Zo hebben ze veel geïnvesteerd in onderwijs, wat resulteert in snelle integratie. Ondanks de aanpassing en (gedeeltelijke) opname door de bestaande samenleving, hebben ze wel altijd vastgehouden aan eigen tradities, zoals het ritueel slachten en de eigen godsdienst.

In het geval van de vluchtelingen uit Zuid-Nederland naar Noord-Nederland deden beide partijen enigszins moeite om elkaar te accepteren. De Zuid-Nederlanders was toegestaan met enige vrijheid de eigen godsdienst te belijden. Echter de katholieken mochten hun geloof alleen uitoefenen in schuilkerken. De Zuid-Nederlanders brachten ook veel kennis en handelscontacten met zich mee. Dit bracht de Amsterdamse bevolking in een tweestrijd, aan de ene kant wilden ze de Joden opnemen in de bestaande samenleving door de kennis en contacten en aan de andere kant zagen ze hen als bedriegers en profiteurs.

In het geval van de Europese Unie worden de nieuwkomers gevormd door landen die of net toegetreden zijn of landen, die kandidaat zijn om toe te treden tot de Europese Unie, zoals Turkije en Roemenie. In principe worden de nieuwkomers zonder problemen opgenomen in de Europese Unie, mits ze aan de voorwaarden voordoen. Echter is er soms ook verzet, bijvoorbeeld in het geval van Turkije, waar vanwege de grote moslimcultuur liever geen toetreding plaatsvindt. Als er nieuwe landen tot de Europese unie toetreden, moeten beide partijen moeite doen. De EU moet de nieuwkomers een kans geven en open staan voor nieuwe ideeën. Maar de grootste moeite moet toch wel gedaan worden door de nieuwkomer. Het nieuwe land moet bereid zijn aan te passen aan het huidige beleid van de EU. Ook moeten ze bereid zijn macht uithanden te geven aan de EU, waarbij de eigen belangen van het land vaak zullen moeten wijken voor de algemene belangen van de EU. Het zal dus bereid moeten zijn om een transitie door te maken van een Intergouvernementeel naar een federaal/communautair land. Ook zal het nieuwe land bereid moeten zijn een bijdrage te leveren op grond van het BBP, in ruil hiervoor krijgen ze financiële zekerheid terug.

De integratie van moslims in Europa gaat vrij moeizaam. Dit komt vooral door het grote contrast in religie.  De islam heeft veel normen en waarden, die in contrast zijn met de wetten van Europese landen. Hiervoor is er het council for Fatwa en research opgericht, zodat als een wet in contrast is met de islam, zij de moslims advies kan geven wat te doen. Vaak word er dan toch geadviseerd aan de wetten te houden, waarbij het geloof dan zal moeten wijken.  Door dit council op te richten hopen de moslims een snellere integratie te bewerkstelligen. Ook word er moeite gedaan om de taal te leren, werk te zoeken en hun kinderen naar school te laten gaan. Door de autochtone meerderheid word vaak minder moeite gedaan, er is weinig scholing voor het leren van het Nederlands, er zijn politieke partijen die verzet bieden tegen de komst van moslims en de hoofddoek gaan verbieden. Ook word er door de autochtone bevolking op de moslims neer gekeken en nemen ze geen open houding tegenover hun aan. Er word momenteel vooral langs elkaar heen geleefd. Moslims hebben hun eigen gemeenschappen, moskeen, restaurants en winkels.

Bij straattaal vindt er volop integratie plaats van de Surinaamse, Turkse en Marokkaanse taal, deze talen en accenten worden met open armen ontvangen door autochtone jongeren en worden zelfs overgenomen. Het word vaak ook als stoer gezien, als je met een Turks/Marokkaans accent praat, straattaal heeft covert prestige. Vanuit de oudere autochtone generatie is hier veel verzet tegen. Ook draagt straattaal bij aan de integratie van jongeren, die afkomstig zijn uit een ander land. Door het praten van dezelfde taal en het behoren tot dezelfde subcultuur, vallen bepaalde achtergrondkenmerken weg en accepteren ze elkaar sneller wat resulteert in integratie.

Ook in het geval van leenwoorden worden nieuwkomers(nieuwe woorden) met open armen ontvangen door de meerderheid. Aan de andere kant is er ook verzet, dit in de vorm van bijvoorbeeld de stichting taalverdediging. Zij doen juist moeite om de woorden niet te laten integreren in de Nederlandse taal. Ze doen dit uit bescherming, want ze denken dat als deze woorden , voornamelijk hedendaags afkomstig uit het Engels, de Nederlandse woorden gaan vervangen , dat de Nederlandse taal daardoor langzaam maar zeker word overgenomen en op den duur verdwijnt. .